Kapellen

Op de begraafplaats van Destelbergen staat ter nagedachtenis van de pastoors Van der Wee Kamiel en Vandenbossche Felicien een dodenkapel.

Het oude kapelletje kapel stond oorspronkelijk aan de oprit naar de hoeve aan de Panhuisstraat.
In de jaren '60 stonden er links en rechts van de staakkapel een klein grotje.

Tijdens de werken aan het zuiveringsstation verdween de boerderij en het kapelletje. Onder impuls van enkele wijkbewoners werd het nieuwe kapelletje geplaatst. Zowat dagelijks wordt het kappelletje door de rondwandelende bewoners van het WZC Panhuys bezocht.

Clothilde Meirson, tussen 1930 en 1969 de herbergierster van het Pauwken, hing een kapelletje in een lindeboom net voor haar herberg. Toen de zaak was overgenomen hebben ze het kapelletje voor hun woning aan een boom gehangen. Twee maal is de kapel door onbekenden meegenomen. Vandaag staat het iets verder, in de voortuin van de zoon François De Maesschalck, nog steeds nabij het Pauwken, zijdelings te zien achter de bushalte. In het kapelletje staat een O.-L.-Vrouw van Fatimabeeldje

De kapel in de Beukendreef is gebouwd in 1847.

Boven de deur aan de binnenkant is een stenen plaat aangebracht met een Latijnse tekst, vertaald:
"Deze kapel werd opgericht dank zij de godsvrucht en de giften van Leonard Huyttens en Fernanda Van Tieghem, zijn echtgenote, werd ontworpen door  de weledele heer Eugenius Dons; zij werd gebouwd en met beeldhouwwerk versierd door Joannes Franck, ten jare 1847."

De eerdere kapel (zie kopie van het lino gemaakt door De Vos Emile) werd na een ongeval afgebroken.

In 1998 werd onder impuls van Alice Sonneville en door sponsoring van de familie Sonneville een nieuwe kapel gebouwd.

Het kapelletje is reeds diverse malen door vandalisme beschadigd en ook reeds enkele beeldjes gestolen.Daarom staat er een eenvoudig Mariabeeld in de kapel. Een ouder beeld wordt enkel tijdens speciale dagen geplaatst.

De kapel wordt nu regelmatig onderhouden door André De Vos, beter bekend als de melkboer aldaar.

Op een detail van de kaart van Carolus en Adriaen François Benthuys van 1771 is een eerste keer een aanduiding van een kruis achter het domein van het kasteel Succa te zien.

Na een aangestoken brand aan het kruis in juli 1898 kwam die jaarlijkse bedevaart meer in de kijker.

Vroeger (1898) stonden de staties van Bergenkruis in kapelletjes hoog op houten palen.
Het is pas in 1903 dat de stenen muur rond het bedevaartsoord werd geplaatst.
Nog later (1920) werden die staties in de nissen van de muur geplaatst.

In 1868 liet E.H. d’Hoop Victor (1821-1898) op zijn eigendom in de Tramstraat de Sint-Antoniuskapel bouwen. Vanaf 1932 was het samen met het huis ernaast eigendom van de familie Maurice De Meester. De kapel werd in 1952 door een vrachtwagen vernield.

Mariakapel aan de Bommelsrede ter hoogte van het nr. 65, het staat net op de grens met Wetteren, die kant van de weg heet Druilhoekstraat.

In hetzelfde jaar als dat het nieuwe kasteel en de hoeve op Heusdongen werden gebouwd, is in 1899 door de kasteeleigenaar Havenith Auguste deze kapel gebouwd. In de topgevel was het wapenschild van de burggraaf van Gent, Zeger III, aangebracht. De kapel werd in 1972 afgebroken.

Dit kapelletje aan de D’Haenestraat werd in 1921 gebouwd in opdracht van de brouwer Cornelis. Hij kocht dat jaar de aldaar bestaande brouwerij en kwam er ook wonen. Die kapel is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en werd een druk bezochte bidplaats, vooral tijdens WO II kwamen vele mensen een of andere wens afsmeken. Na de oorlog is het kapot gereden. Maar de buren hebben het kapelletje heropgebouwd met steun van de kerkfabriek van Melle. Dit gebuurtekapelletje kreeg in 1996 een nieuw wit beeldje van Maria met Kind, gemaakt door de toen 85-jarige Maurice De Lust.